EMDR
Wat is EMDR?
EMDR staat voor Eye Movement Desensitisation and Reprocessing, letterlijk vertaald als ‘door oogbewegingen verminderen van spanning/angst en verwerken’. EMDR werd in 1987 door Dr. Francine Shapiro ontwikkeld en wordt sindsdien ingezet bij de behandeling van PTSS en trauma gerelateerde klachten. De Wereld Gezondheidsorganisatie adviseert de toepassing van EMDR bij kinderen en
volwassenen met PTSS en trauma gerelateerde klachten. Het goede van EMDR is dat het zo snel werkt. Wie één keer iets naars heeft meegemaakt, heeft doorgaans een kortere behandeling nodig dan wie een langere tijd is bedreigd of lastiggevallen. In dat geval is EMDR meestal een onderdeel van een uitgebreidere behandeling.
volwassenen met PTSS en trauma gerelateerde klachten. Het goede van EMDR is dat het zo snel werkt. Wie één keer iets naars heeft meegemaakt, heeft doorgaans een kortere behandeling nodig dan wie een langere tijd is bedreigd of lastiggevallen. In dat geval is EMDR meestal een onderdeel van een uitgebreidere behandeling.
Met je ogen bewegen...
Een essentieel kenmerk van EMDR is het telkens verplaatsen van de aandacht van links naar rechts, ook wel bilaterale stimulatie genoemd. Dat kan met oogbewegingen (met de ogen de vingers van de therapeut volgen die voor je gezicht heen en weer bewegen), door het luisteren naar geluidjes via een koptelefoon, of door het tikken op de handen. |
... tot het weg is
Wat EMDR aast de bilaterale stimulatie, bijzonder maakt is dat er niet wordt uitgegaan van het aanleren van nieuw gedrag en het opdoen van nieuwe corrigerende ervaringen om de klachten te verminderen. De negatieve invloed van eerder opgedane herinneringen wordt gecorrigeerd door deze van hunemotionele lading te ontdoen. Het theoretische model voor EMDR stelt dat wanneer je iets ingrijpends meemaakt, het brein wordt overspoeld en dat er geen spontane volledige verwerking optreedt: de daarbij horende beelden, gedachten, geluiden, geuren, gevoelens en lichaamssensaties worden daardoor in onverwerkte, ruwe vorm opgeslagen waardoor ze zo blijven ervaren worden. EMDR helpt om het geblokkeerde informatieverwerkingsproces in het brein af te ronden zodat traumatische herinneringen “gewone” herinneringen kunnen worden. Dat leidt tot een significante afname van de symptomen, o.a. angst, intrusieve gedachten, flashbacks en nachtmerries. |
Voor wie?
EMDR is vooral bekend als een goede en effectieve behandelmethode voor wie ingrijpende of traumatische gebeurtenissen wil verwerken (bv. ongeval, misbruik, ziekenhuisopname, pesterijen, oorlog, emotionele verwaarlozing, beschadigende of kritische ervaringen). EMDR kan ook ingezet worden bij de behandeling van andere klachten zoals bijvoorbeeld onverwerkte rouw, pijn, depressie, angst- en eetstoornissen. EMDR is geen therapierichting op zich, maar een methode die vlot kan geïntegreerd worden in andere therapeutische werkkaders.
Wat is PTSS?
Wie geconfronteerd wordt met ingrijpende gebeurtenissen en traumatische ervaringen kan blijvende klachten ontwikkelen die het functioneren ernstig belemmeren. Voorbeelden van dergelijke klachten zijn angstige dromen, flashbacks, toegenomen spanning en prikkelbaarheid, gedragsproblemen, slaapproblemen en vermijdingsgedrag. Soms kan je last hebben van een negatief zelfbeeld, schuldgevoelens en een gevoel van machteloosheid. Deze stressreacties zijn in de eerste weken na een ingrijpende gebeurtenis normaal. Sommigen blijven echter langere tijd heel wat klachten houden. Sommigen lijken zich in eerste instantie wel te herstellen, maar ontwikkelen later toch nog stressreacties. Wanneer de klachten ernstig blijvend zijn kan er sprake zijn van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). |
Hoe gaat het in zijn werk?
EMDR is een gestructureerde en geprotocolleerde behandelmethode die verloopt in 8 fasen of stappen die noodzakelijk zijn om alle aspecten van het probleem aan te pakken.
Eerst wordt de cliënt gevraagd om te vertellen wat er gebeurd is.
Daarna vraagt de therapeut hem/haar om stil te staan bij de herinnering die het meeste angst oproept.
Terwijl de cliënt zich concentreert op dat beeld in het hoofd wordt er bilaterale stimulatie aangeboden.
Regelmatig vraagt de therapeut wat er wordt opgemerkt of wat er opkomt. Dat kunnen beelden, gedachten, emoties of lichamelijke reacties zijn.
De cliënt zal het beeld van die gebeurtenis steeds beter kunnen verdragen.
De behandeling gaat door totdat de cliënt niet meer van slag geraakt als hij/zij aan het gebeurde terugdenkt.
Eerst wordt de cliënt gevraagd om te vertellen wat er gebeurd is.
Daarna vraagt de therapeut hem/haar om stil te staan bij de herinnering die het meeste angst oproept.
Terwijl de cliënt zich concentreert op dat beeld in het hoofd wordt er bilaterale stimulatie aangeboden.
Regelmatig vraagt de therapeut wat er wordt opgemerkt of wat er opkomt. Dat kunnen beelden, gedachten, emoties of lichamelijke reacties zijn.
De cliënt zal het beeld van die gebeurtenis steeds beter kunnen verdragen.
De behandeling gaat door totdat de cliënt niet meer van slag geraakt als hij/zij aan het gebeurde terugdenkt.
Copyright 2014